Skip to content
Skip to content
  1. Home
  2. /
  3. Forensisch-technisch rechercheur: wat doet...

Wat doet een forensisch-technisch rechercheur?

In dit artikel lees je hoe forensisch-technisch rechercheurs bij de Nationale Politie werken, welke bevoegdheden ze hebben tijdens de forensische opsporing en hoe je zelf forensisch-technisch rechercheur of onderzoeker kunt worden.

Wat betekent de term forensisch rechercheur?

Een forensisch rechercheur werkt als beëdigd opsporingsambtenaar bij de Nationale Politie. Forensisch rechercheurs verzamelen fysiek bewijsmateriaal (sporen) in het kader van een strafrechtelijk rechercheonderzoek en stellen bewijsstukken veilig. Ze maken gebruik van forensisch-technische technieken om aanwijzingen te vinden die kunnen helpen bij de opsporing van de dader van een misdrijf en identificeren, classificeren en analyseren dat materiaal. Denk aan sporen met forensische bewijskracht zoals schoenafdrukken in de modder, bandensporen, vingerafdrukken, werktuigsporen, bloed en haren.

Naast de forensisch-technisch rechercheurs bij de politie zijn er ook forensisch onderzoekers werkzaam in de private sector, verderop lees je daar meer over.

Forensisch

Het woord forensisch betekent letterlijk: gerechtelijk. Als iemand een misdaad heeft begaan, bepaalt de rechter welke straf daarop staat. Daarvoor moet worden uitgezocht wíe precies wát heeft gedaan. Dat gerechtelijk onderzoek, als voorbereiding op de rechtszaak, doet de politie in opdracht en onder leiding van het Openbaar Ministerie. Dat onderzoek noemen we een forensisch onderzoek. Overigens noemt de politie zélf het officieel ‘forensische opsporing’. Een voorbeeld van forensisch onderzoek is de bepaling van het tijdstip van overlijden van een dood aangetroffen mens.                                                                                                                                                                   Bron: Nationale Politie

‘Werken op een PD betekent een vaste routine. Je trekt je pak aan en kijkt en fotografeert vóór je ook maar iets aanraakt. Je checkt je waarnemingen bij je partner en bedenkt samen een plan van aanpak. Vervolgens begin je aan een hypothese van wat er gebeurd zou kunnen zijn. Pas daarná ga je gerichter zoeken en sporen veiligstellen. En je blíjft – heel belangrijk – altijd gespitst op tegengesteld bewijs.’                                                                                                                                                Rutger de Winter, forensisch-technisch rechercheur in Severyn & Govaert

Wat doet een forensisch-technisch rechercheur?

Wapendeskundige met pistool
Wapendeskundige met pistool – Bron: NFI 2022

Voor een forensisch-technisch rechercheur draait alles om het duiden en veiligstellen van sporen. Die sporen kunnen antwoord geven op essentiële vragen: wat is er precies gebeurd? Hoe zijn de daders het pand binnengekomen? Wat was de onderlinge relatie tussen dader en slachtoffer? Met welk wapen is dit slachtoffer neergeschoten?
Na het onderzoek op de plaats delict worden deze stukken van overtuiging (SVO’s) in het laboratorium verder onderzocht door een team van forensisch onderzoekers.

Forensisch-technisch onderzoek
‘Je begint je werkdag vaak achter je bureau, met administratief werk van lopende zaken. Maar elk moment kan de telefoon gaan omdat er ergens forensisch onderzoek nodig is. Dat kan na een overval zijn, of een zedendelict. Moord en doodslag, een plofkraak, brandstichting. Of bijvoorbeeld een zware mishandeling met messteken, waarbij het slachtoffer nog leeft. Op de plaats delict ga je vervolgens op forensisch-technische manier reconstrueren wat zich daar heeft afgespeeld. Tijdens dat proces stel je de forensische sporen – vingerafdrukken, bloed, haren – veilig waarmee jouw hypothese kan worden bewezen.’                                                                                            Bron: Nationale Politie 2022

 
Forensisch onderzoeker doet bloedspoorpatroononderzoek
Forensisch onderzoeker doet bloedspoorpatroononderzoek – Bron: NFI 2021


Forensische onderzoeksgebieden

Er bestaan een groot aantal forensische onderzoeksgebieden. Ik noem een paar van de belangrijkste. Een aantal daarvan komt ook voor in de boeken van Severyn & Govaert:

  • Ballistiek: vergelijkend en identificerend onderzoek naar wapens en munitie.
  • Bloedspoorpatronen: sporenonderzoek naar de vorm, grootte, locatie en verspreiding van bloedspatten op een plaats delict.
  • Dactyloscopie: de techniek voor het zichtbaar maken, vergelijken en identificeren van vingersporen als een van de methoden voor het vaststellen van de identiteit van een dader.
  • DNA-onderzoek: het analyseren van menselijk celmateriaal, zoals biologische sporen en DNA, dat zich kan bevinden op voorwerpen of personen die mogelijk betrokken zijn bij een misdrijf. Naast het achterhalen van het soort celmateriaal richt het onderzoek zich op de vraag van wie het afkomstig kan zijn.
  • Digitale datacommunicatie (ook wel forensische informatica): het verzamelen, onderzoeken en analyseren van data, opgeslagen in computers, digitale media, mobiele telefoons en andere geïntegreerde digitale apparaten.
  • Document- en schriftonderzoek: het taalkundig, papier-/inkt- en handschriftonderzoek naar echtheid en herkomst van dreig- en losgeldbrieven, verbrande, nat geworden of beschadigde documenten.
  • Drugsanalyse: het onderzoeken van drugs, grondstoffen voor drugs, versnijdingsmiddelen en geneesmiddelen. 
  • Entomologie: forensisch entomologen onderzoeken hoe lang welke insecten (kadaverinsecten) op een lijk aanwezig zijn. Op die manier kunnen zij bepalen wanneer iemand stierf, hoe lang een lichaam al ergens ligt en of een lijk misschien verplaatst is.
  • Accountancy: het opsporen van economische en financiële delicten. 
  • Exhumatie: het ten behoeve van forensisch sporenonderzoek opgraven van lichamen op reguliere begraafplaatsen en clandestien begraven lichamen elders.
  • Milieuonderzoek: het karakteriseren van afvalstoffen, grond en bouwstoffen om de samenstelling, herkomst, verontreiniging en de gevolgen daarvan in kaart te brengen. Dit onderzoek draagt bij aan de opsporing en vervolging van milieudelicten.
  • Forensische pathologie (gerechtelijke geneeskunde): het onderzoek naar doodsoorzaken en de identiteit van een overledene door middel van een sectie (obductie) op het overleden lichaam of delen daarvan.
  • Forensische psychiatrie: de behandeling van patiënten die grensoverschrijdend of delictgedrag vertonen door een achterliggende complexe psychiatrische problematiek.
  • Glasonderzoek: vergelijkend glasonderzoek naar verbanden tussen het glas op de kleding van verdachten en het glas van gebroken ruiten of glazen voorwerpen.
  • Knopenonderzoek: Forensisch knopenanalyse is het onderzoeken van knopen en bindingen bij misdrijven waarbij slachtoffers zijn vastgebonden, opgehangen of verpakt. Dit onderzoek kan ook nuttig zijn voor een juiste beoordeling van een vermoedelijke zelfdoding.
  • Kras, Indruk en Vormsporenonderzoek (KIV): onderzoek van sporen die zijn veroorzaakt door de krachtsinwerking van een voorwerp op een ander voorwerp of materiaal. Hieronder vallen schoen-, handschoen-, voet-, werktuigsporen-, bandsporenonderzoek en soucheonderzoek. Bij dat laatste staat de vraag centraal of de delen oorspronkelijk één geheel hebben gevormd. Denk bijvoorbeeld aan delen van een moordwapen die zijn gebroken, of delen van een reep ducttape die zijn gescheurd, geknipt of doorgesneden.
  • Schotrestenonderzoek: onderzoek naar de aanwezigheid, verspreiding en samenstelling van schotresten die terecht zijn gekomen op de schutter, het slachtoffer of andere personen met het doel het schietincident te kunnen reconstrueren.
  • Toxicologie: onderzoek naar ongewenste en schadelijke chemische stoffen in het menselijke lichaam in geval van niet-natuurlijk overlijden, rijden onder invloed en bedwelming.


Forensische disciplines

Een forensisch-technisch onderzoeker classificeert een handgranaat
Een forensisch onderzoeker classificeert een handgranaat – Bron: NFI 2022

Forensisch-technisch rechercheurs en onderzoekers krijgen in veel gevallen vragen als:

  • Welke gebeurtenissen, handelingen of activiteiten hebben plaatsgevonden?
  • In welke volgorde?
  • Wat was de positie of houding van personen of voorwerpen tijdens het delict?
  • Zijn er afwijkende bloedspoorpatronen? Was er iemand anders dan het slachtoffer aanwezig?
  • Kan er een uitspraak gedaan worden over het vóórkomen van sporen in het licht van verschillende scenario’s?


Ze werken meestal in gespecialiseerde disciplines. Ik noem er een paar:

  • Het team Plaatsdelict Onderzoek (PDO) van het NFI levert sporendeskundigen die op verzoek van de politie adviseren en ondersteunen bij het onderzoek naar en het veiligstellen van sporen bij levensdelicten. Deze forensisch-technisch onderzoekers werken op verzoek en onder de regie van de politie op de plaats delict of in de onderzoekslaboratoria van het NFI. Daardoor kan PD-ondersteuning de laatste ontwikkelingen bij het onderzoek op de plaats delict toepassen.
  • Als forensisch onderzoeker plaats delict verkeer heb je de leiding bij verkeersongevallen waarbij er sprake is van slachtoffers met ernstig lichamelijk letsel, en/of dodelijke slachtoffers. Je doet aan PD-management: je zorgt dat op de plaats delict alles gebeurt om zo snel mogelijk de juiste onderzoeken te kunnen doen naar de toedracht van het ongeval. Je spreekt met collega’s en slachtoffers, stelt sporen veilig, bekijkt schades, en laat overzichtsfoto’s vanuit de lucht maken. Jouw onderzoek draagt bij aan het verwerkingsproces van nabestaanden.
  • Een forensisch onderzoeker laboratorium doet gespecialiseerd sporenonderzoek. Bij dacty werk je aan het zichtbaar maken van dactyloscopische sporen als vinger- of handpalmafdrukken. Bij drugs onderzoek je met welke drugs je te maken hebt: is het MDMA, heroïne, cocaïne of amfetamine, of nog iets anders? Bij DNA zoek je vooronderzoek naar biologisch materiaal zoals bloed, haar, speeksel of sperma op bijvoorbeeld vuurwapens, kleding of andere materialen. Van jouw monsters maakt het NFI een DNA-profiel. Is er een match met een van de profielen in de DNA-databank, dan kan er een mogelijke verdachte in beeld gebracht worden.

De digitaal forensisch rechercheur

Een digitaal onderzoeker aan het werk
Een digitaal onderzoeker aan het werk – Bron: NFI 2022

De ontwikkelingen op het gebied van de snelgroeiende cybercriminaliteit gaan razendsnel. Het speelveld wordt steeds groter en complexer. Opsporing en criminelen zijn in een continue strijd verwikkeld om de heerschappij online. Daardoor zijn er bij de Nationale Politie steeds meer digitaal rechercheurs nodig. Praktijkgerichte IT-specialisten met kennis van data, encryptie, gegevensdragers en netwerken spelen een cruciale rol in rechercheonderzoeken.

Selectieprocedure en interne opleiding

De interne opleiding voor de digitale recherche (3 dagen in de week op de Politieacademie in Amsterdam of Apeldoorn) duurt 8 maanden. De eerste 12 weken zijn bedoeld om het politievak te leren kennen en de bevoegdheid tot opsporing te krijgen. Er wordt ingegaan op de politieorganisatie en -inrichting, op de rechtstaat, rechtspraak en grondrechten, het strafrecht, de strafvordering en overige rechts- en wetskennis.

De selectieprocedure begint met een vakinhoudelijk gesprek waarin vakkennis en achtergrond worden besproken. Kandidaten met wie de politie verder wil, worden een volledige werkdag getest op hun cognitieve capaciteiten, persoonlijkheid en relevante competenties. Bij een positieve uitkomst volgt een selectiegesprek en een arbeidsvoorwaarden/aanstellingsgesprek.

Om bij de politie te kunnen werken is een veiligheidsonderzoek noodzakelijk. Forensische recherchefuncties zijn vertrouwensfuncties. Er vindt een screening plaats. In de politieregisters wordt nagetrokken of je eerder met politie of justitie in aanraking is geweest en zo ja, op welke manier. Tijdens een huisbezoek worden vragen over jouw privéleven gesteld en dat van gezins- en familieleden. Alles wat van invloed kan zijn op je functioneren bij de politie wordt meegenomen in de screening, inclusief gegevens van het Bureau Kredietregistratie.

Na het eerste onderwijsblok van de interne politieopleiding om de bevoegdheid tot opsporing te krijgen volgen nog drie blokken. Ieder blok wordt afgesloten met een examen. Met het behaalde diploma word je aangesteld als ambtenaar ter uitvoering van de politietaak met specifieke inzet.

N.B.: Voorzover ik heb kunnen nagaan werkten in 2021 op het totaal van ± 63.000 werknemers bij de Nationale Politie in heel Nederland ongeveer 2.000 forensisch-technisch rechercheurs in de forensische opsporing.                                                                                                                          Bron: All Fiction


Wat karakteriseert een forensisch-technisch rechercheur?

Als forensisch-technisch rechercheur ben je objectief en onderzoekend. Je mist geen aanwijzingen, kunt vaststaande feiten goed analyseren en je werkt zeer nauwkeurig. Je moet oog voor detail hebben, maar tegelijk moet je ook met een macro-blik kunnen kijken. Op basis van je hypotheses ga je kijken in welk scenario het bewijs het best past. Je bepaalt mee welke sporen er nader worden onderzocht en welke hypothesen er verder worden uitgelopen. Je waakt ervoor de meest voor de hand liggende conclusie te trekken. Ga ook op zoek naar sporen die minder overduidelijk zijn. Durf altijd de tegenvraag te stellen: ‘Wat kan hier óók gebeurd zijn?’ Daarnaast moet je de onderzoeksresultaten helder en duidelijk kunnen verwoorden in een forensisch dossier zodat een rechter snapt wat het door jou gevonden technisch bewijs betekent. Als dat bewijs onvoldoende is volgt er geen veroordeling.

Uiteraard gelden ook hier twee praktische voorwaarden: je hebt je rijbewijs (B) en bent bereid om buiten kantoortijden te werken.

De 10 belangrijkste eigenschappen van een forensisch-technisch rechercheur

  1. Inlevingsvermogen: Je moet je kunnen verplaatsen in de emoties van mensen die net de gruwelijkste dingen hebben meegemaakt, zonder dat je je daardoor laat meeslepen.
  2. Tact en empathie: je moet sporen of ander bewijsmateriaal op de plaats delict verzamelen met respect voor de slachtoffers en nabestaanden.
  3. Prioriteiten stellen: je moet rekening kunnen houden met meerdere, soms tegengestelde belangen, snel kunnen schakelen en voorrang kunnen geven aan dat wat op dat moment het belangrijkste is.
  4. Een kritische houding: hou rekening met de meest ongeloofwaardige scenario’s, durf advocaat van de duivel te spelen.
  5. Zorgvuldigheid: iedere plaats delict is verschillend. Je moet altijd kijken waar je loopt, je goed oriënteren en de juiste maatregelen nemen om te voorkomen dat je sporen vernietigt.
  6. Vooruitdenken: zorg dat je altijd sporen (denk aan schoenzoolafdrukken) hebt van mensen die rondgelopen hebben op de plaats delict (politiecollega’s, ggd- en ambulancemedewerkers) die je later wilt uitsluiten.
  7. Verbanden leggen: Wat zou er nog meer gebeurd kunnen zijn? Wie heb ik nodig voor het antwoord op welke vraag? Waarom zou het ook omgekeerd in elkaar kunnen zitten?
  8. Ken je eigen beperkingen: Iedere forensisch onderzoeker heeft een eigen deskundigheid. Weet wie waar goed is is en laat deze collega dat doen. Je kunt zo’n onderzoek maar één keer goed doen – daarna is het spoor vernietigd.
  9. Weerbaarheid: weet dat je met gruwelijke situaties in aanraking komt. Wees eerlijk als je dat niet aankunt.
  10. ‘Leren leren’: Leer leren, ontwikkel jezelf. Weten wat je niet zo goed kunt is sterk.

Bron: Nationale Politie

Een rechercheur in de generieke opsporing heeft behalve een operationele ook een administratieve taak. Op een doorsnee werkdag besteed een rechercheur gemiddeld 8 procent van zijn tijd aan het voorbereiden, 15 procent aan het uitwerken en 9 procent aan het vastleggen van opsporingshandelingen. Het overzetten van informatie tussen de verschillende registratiesystemen wordt als het meest oninteressant en tijdrovend gewaardeerd.                                                             Bron: ‘Rechercheurs en hun beleving van administratieve taken’ – Ministerie van J&V


Waar werkt de forensisch-technisch rechercheur?

De afdeling wapens en munitie
Wapenkast op de afdeling wapens en munitie van het NFI – Bron: NFI 2022

Forensisch onderzoek wordt in Nederland aangeboden door 3 partijen:

  1. het Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
  2. De Nationale Politie
  3. Diverse (semi)private laboratoria.


Het zwaartepunt in de werkverdeling ligt bij het NFI. Politielabs doen veel zelfstandig onderzoek als het gaat om vingerafdrukken, drugs, wapens, digitaal sporenonderzoek en DNA-vooronderzoek. Een deel van het totale werk dat bij het NFI binnenkomt wordt uitbesteed aan semi-private labs: wanneer bijzondere snelheid gewenst is, als een bepaalde expertise binnen het NFI niet aanwezig is, bij contra-expertise en als er gebrek is aan capaciteit binnen het NFI.

Forensisch-technisch rechercheurs zijn werkzaam bij de Nationale Politie, forensisch onderzoekers in de non-profitsector werken ófwel bij het Nederlands Forensisch Instituut, ófwel in de commerciële sector bij particuliere en private forensische onderzoeksinstellingen, een verzekeringsmaatschappij of een advocatenkantoor.

Hoe word je forensisch onderzoeker?

Om forensisch onderzoeker te worden, heb je geen specifieke vóóropleiding nodig. Binnen de forensische opsporing werken mensen met allerlei achtergronden: van monteurs tot verpleegkundigen, van analisten tot voormalig tandartsassistenten, van veiligheidsexperts tot criminologen. De hbo-opleiding Forensisch Onderzoek is een goede basis. Belangrijke voorwaarde is dat je nieuwsgierig bent, kritisch, precies, een open blik hebt, een tegenvraag durf te stellen, stevig in je schoenen staat en goed kunt samenwerken.

Werk je al bij de Nationale Politie en wil je forensisch-technisch rechercheur worden dan volg je eerst een interne opleiding aan de Politieacademie. Het eerste deel, Algemene Opsporingsbekwaamheid en Politiële Vorming, is voor iedereen gelijk. De inhoud van het tweede gedeelte, de forensisch-technische opleidingsmodules, is afhankelijk van je huidige functie en achtergrond.

Hbo-bachelorstudie Forensisch Onderzoek

De hbo-bachelorstudie Forensisch Onderzoek leidt op tot forensisch-technisch recherchekundige of tot forensisch analist/onderzoeker. Je leert hoe je met behulp van natuurwetenschappelijke onderzoeks- en opsporingstechnieken een bijdrage levert aan het oplossen van misdrijven. Er wordt veel aandacht besteed aan de praktijk van forensisch onderzoek, crime-scene- en case-management. Naast theoretische vakken volg je practica en doe je opzichzelfstaande projecten. In het derde jaar loopt je stage, in het vierde jaar leg je een ‘proeve van bekwaamheid’ af. Na deze opleiding kan je in binnen- of buitenland doorstuderen voor een master Forensic Science.

Wat verdient een forensisch-technisch rechercheur?

Bewijsstuk (officieel SVO: Stuk van overtuiging)
Bewijsstuk (officieel SVO: Stuk van overtuiging) – © All Fiction – Fotografie Goert Giltaij

Als forensisch-technisch rechercheur bij de Nationale Politie kom je als generalist binnen in salarisschaal 7. Je voert zelfstandig forensisch onderzoek uit op de plaats delict of in het lab, draait mee in een team en doet voorstellen om de uitvoering van forensische opsporingsonderzoeken te verbeteren. Je verdient als generalist ongeveer een modaal inkomen. Daarna kun je doorgroeien tot senior en operationeel expert. Als senior coördineer je zelfstandig forensisch onderzoek. Je onderhoudt je netwerken met andere expertises binnen en buiten de politie. Daarbij maak je afspraken over de uitvoering van het onderzoek en doe je voorstellen voor verbetering vanuit de opsporingspraktijk – die je vervolgens ook implementeert. Daarnaast bevorder je als mentor de professionaliteit van collega’s.

Als operationeel expert analyseer je de uitvoering van forensisch onderzoek, zet je verbeteringen in gang, evalueer je resultaten en adviseer je over eventuele bijsturing. Daarnaast ben je verantwoordelijk voor plannen van aanpak en organisatorische coördinatie, en voer je zelfstandig forensisch opsporingsonderzoek uit. Je initieert, bouwt, onderhoudt en regisseert netwerken die bijdragen aan een gezamenlijke aanpak van forensisch opsporingsonderzoek. Je maakt uitvoeringsafspraken en stuurt aan op het nakomen van die afspraken.

Extra toelages krijg je wanneer je ‘s nachts en/of in het weekend werkt en bij onvermijdelijk verzwarende werkomstandigheden (OVW). Bij piketdienst (= oproepdienst), waarbij je in je vrije tijd bereikbaar en inzetbaar moet zijn voor spoedgevallen, krijg je ook extra betaald.

NB.: Actuele en exacte bedragen vind je op de website van de Nationale Politie.

Rutger de Winter, forensisch-technisch rechercheur

In Severyn & Govaert leer je wapen- en explosievenexpert Rutger de Winter kennen. Hij is als senior forensisch-technisch rechercheur coördinator Plaats Delict en werkt aan omvangrijke en complexe strafzaken. Rutger werkt in een koppel samen met de vijfentwintigjarige Monique, ook forensisch-technisch rechercheur. Belangrijke andere opsporingsdisciplines in Severyn & Govaert zijn tactisch rechercheur (Maarten Severyn en Jelle Rooda), digitaal rechercheur (Daniël Cohen en Louis Hamelink) en familierechercheur (Britta Vergeer en Herman de Roover).

Logo All Fiction

Meer lezen?

Wil je meer weten over het werk van politie en justitie? Severyn & Govaert is gebaseerd op waargebeurde zaken en neemt je mee in de dagelijkse praktijk van twee gedreven misdaadbestrijders: Maarten Severyn, tactisch rechercheur en Lydia Govaert, senior officier van justitie. De eerste 3 delen van Severyn & Govaert zijn ondertussen als paperback in de reguliere boekhandel verkrijgbaar en te bestellen via Libris. De afleveringen van deze serie verschijnen ook als e-boek en luisterboek (voorgelezen door Dieuwertje Blok) en zijn te leen in meer dan 80 openbare bibliotheken, in de Online Bibliotheek én in de Mediatheek van de Politieacademie.