Vloekend naar binnen
Eindelijk door de strenge controle. Een misdaadverslaggever van RTL heeft zich te laat geaccrediteerd, maakt ruzie maar komt er niet in. Auke Kok en ik mogen wél naar binnen. Iedere bezoeker, ook de geaccrediteerde journalist, gaat door een kogelwerende beveiligingssluis. Eenmaal binnen gaat alles wat metaal kan bevatten door de scanner, van rugzakjes en bovenkleding tot broekriem en schoenen. Daarna door het detectiepoortje. Drie bewapende beveiligers van de parketpolitie bewaken het proces. Iedere keer weer sta ik stilletjes te vloeken. Schoenen aan en naar binnen. Alle tachtig stoelen op de publieke tribune zijn bezet. Naast mij misdaadjournalist Eric de Bondt. Hij schreef zo’n 400 blogs over deze grootste reeks Nederlandse liquidatieprocessen ooit.
De Bunker
Langzaam gaat het rolgordijn omhoog. We zijn in de Bunker, de zwaar beveiligde rechtbank in Amsterdam-Osdorp. De vijfde dag in het Vandros-proces tegen Willem Holleeder, de eerste dag waarop Sonja Holleeder, de oudste zus van de Heinekenontvoerder, gehoord zal worden als beschermde getuige. Boxer – haar koosnaam – beschuldigt haar broer (‘die vieze hond’) ondermeer van moord op haar man, Cor van Hout.
Sonja zit met haar raadsman in de getuigencabine links voor. Ze zijn zichtbaar voor Openbaar Ministerie, de vier rechters (één reserve) van de meervoudige kamer en de verdediging van Willem Holleeder. De cabine is deels afgeplakt en met luiken afgeschermd naar de publieke tribune, wij kunnen de getuige niet zien. Overal hangen monitoren. De Neus zien we tussen zijn advocaten op de rug. Hij noteert iets. In de zwaar beveiligde rechtszaal zelf zien we de bedreigde misdaadjournalisten Paul Vugts van het Parool en John van den Heuvel van de Telegraaf op de rug. Ze zitten broederlijk naast elkaar op de achterste rij, rechts achter de drie rechtbanktekenaars.
Gesloten deuren
Advocaat Willem Jebbink, raadsman van Sonja en Astrid Holleeder en Holleeders ex Sandra den Hartog, vordert ‘gesloten deuren’ voor de publieke tribune. Hij wil dat de verhoren in afwezigheid van pers en publiek plaatsvinden. Hij wijst erop dat er een reële kans is dat Holleeder zijn zussen zal laten vermoorden. Ook de overheid neemt die dreiging serieus. De twee vrouwen doen hun burgerplicht door met hun getuigenissen te voorkomen dat in de toekomst nieuwe slachtoffers zullen worden vermoord. Jebbink spreekt aarzelend, hij maakt een nerveuze indruk. Een openbaar verhoor is volgens de advocaat onverantwoord. Hij vreest macabere krantenkoppen over een aanslag op één van zijn cliënten. Het sluiten van de deuren van de rechtszaal maakt het mogelijk dat zij vrijelijk kunnen spreken en niet de druk van media en publiek voelen. Met deze maatregel waarborgt te rechtbank zo veel mogelijk het cruciale belang van de waarheidsvinding.
Sabine Tammes, officier van justitie, (‘Willem Holleeder is een ordinaire ontvoerder, afperser en moordenaar.’) steunt de verdediging namens het Openbaar Ministerie en vordert dat de getuige niet zichtbaar zal zijn voor de verdachte. ‘Op de tribune zou iemand kunnen zitten die de getuige kwaad wil doen’. Ik voel me niet aangesproken. Ook Tammes lijkt een slechte preekster, ze raffelt haar zinnen af en verspreekt zich meerdere malen.
Sander Janssen (‘Het grootste verschil met andere zaken, zoals de Passage-zaak, is dat bijna alle verklaringen, op een enkele uitzondering na, niet uit eerste bron zijn’) die samen met Robert Malewicz Holleeders verdediging voert stelt dat het gaat om ‘beschermde getuigen’. Janssen vindt het geen probleem dat de getuige in de cabine plaatsneemt, maar wél dat zijn cliënt haar niet kan zien. ‘Na al die jaren waarin Holleeder in de media op ongekende wijze door het slijk is gehaald door de getuigen, heeft hij het recht hen te zien.’ Dat de stemmen van de getuigen worden vervormd vindt Janssen ook onwenselijk. ‘De heimelijk opgenomen gesprekken tussen Holleeder en zijn zussen zijn op televisie eindeloos te horen geweest. Die stemmen zijn bekend.’
Sabine Tammes vindt het een slecht idee Holleeder zijn zus wél te laten aankijken. ‘Hij kan buitengewoon intimiderend zijn en dat is voor de getuige zeer belastend. Dat is al gebleken bij de onderzoeksrechter.’ Na de schorsing voor de lunch wijst de Voorzitter bij de hervatting de vordering af. Wel zal de stem van Sandra onherkenbaar onherkenbaar vervormd worden, die van Sonja en Astrid niet.
Dom blondje, of niet?
Terug op de publieke tribune. Ze zit drie stoelen links van mij en valt op tussen de vermoeid ogende journalisten die het overgrote gedeelte van de publieke tribune vullen. Beige mantel, losjes geknoopte ceintuur, hooggehakte enkellaarsjes, zorgvuldig nonchalant gekapt lang haar. De blondine is met haar mobiel bezig, ze heeft geen aandacht voor wat er zich achter het veiligheidsglas in de zittingszaal afspeelt. Ze moet van de pers zijn, gewone bezoekers is het niet toegestaan een mobiele telefoon mee naar binnen te nemen. Overal hangen dwingende huisregels.
Het duurt niet lang. Een mevrouw van Voorlichting loopt naar de blondine toe, stelt fluisterend een vraag, luistert onwillig naar het antwoord en verdwijnt weer. Een minuut later is ze terug, gebaart dat de vrouw mee moet komen en verdwijnt met haar de gang op. Na de eerstvolgende schorsing spreekt de rechtbankvoorzitter, Mr. Frank Wieland, ons streng toe. Een journaliste die geluidsopnames maakte is van de tribune verwijderd. Ze is haar accreditatie kwijt en mag de rechtbank nooit meer in. De opnamen zijn gewist.
Actrice
Het blijkt te gaan om Marit van Bohemen (46). Volgens haar website presentatrice, columniste én actrice, onder andere in Goudkust, Spangen en Costa. Van Bohemen gaat de zus van Holleeder spelen in een zesdelige dramaserie van rtl, gebaseerd op de bestseller Judas, geschreven door Astrid Holleeder. Ze erkent geluidsopnamen gemaakt te hebben van de stem van Sonja. ‘Ik was me van geen kwaad bewust,’ zegt de actrice. ‘Ik was ter voorbereiding van mijn rol naar de rechtbank gegaan om me te verdiepen in de stem en het Amsterdamse accent van Sonja Holleeder. Toen ik daar zat, besloot ik een stukje op te nemen met mijn gsm.’
Hoe dom kun je zijn? Of ben je reteslim, regel je via rtl een accreditatie en speel je de vermoorde onschuld? Erland Galjaard had het – vlak voor zijn vertrek – zelf gezegd: ‘Je bent actrice toch? Gaat er iets mis, dan roep je dat je onschuldig bent en van niets weet. Je reageert verbaasd, verontwaardigd. Een publiciteitsstunt? Hoezo?’