Laatst bijgewerkt: 11 juni 2022
‘Ik verzoek u: spreek hem vrij’
Af en toe neem ik in dit weblog relevante teksten van anderen op. Dit keer een artikel van Elsbeth Stoker en Wil Thijssen in de Volkskrant van 16 maart 2019.
In een pleidooi van vijf dagen hebben de advocaten van Willem Holleeder deze week vraagtekens gezet bij de levenslange strafeis van het Openbaar Ministerie. Want de ’topcrimineel’ Holleeder is een verzinsel, stellen zij.
Reconstructie Strategie team-Holleeder
Is Willem Frederik Holleeder de ‘godfather van de Amsterdamse onderwereld’ of denken we dat maar omdat er zo veel verhalen over hem rondgaan? In de afgelopen twee weken betoogden advocaten Sander Janssen en Robert Malewicz dat in dit liquidatieproces de schijnwerkelijkheid de overhand heeft gekregen. In het half miljoen pagina tellende dossier zitten te veel tegenstrijdigheden. Hierdoor is het onmogelijk de criminele geschiedenis en de rol van Holleeder daarin met zekerheid te reconstrueren, aldus de verdediging. Ze verzochten de Amsterdamse rechtbank vrijdag Holleeder vrij te spreken .
Volgens Janssen werd het beeld van Willem Holleeder als ’topcrimineel’ in 2002 geboren – voor die tijd was Holleeder voor het grote publiek de man achter Heineken-ontvoeringsbrein Cor van Hout. In 2002 gaf de beruchte crimineel John Mieremet een veelbesproken interview in De Telegraaf. Daarin noemde Mieremet vastgoedbaron Willem Endstra de ‘bankier van de onderwereld’, en Willem Holleeder ‘diens bewaker’. In 2004 dichtte een Amsterdamse politiechef Holleeder een ‘sleutelrol in liquidaties’ toe.
In 2006 verscheen het veelbesproken boek De Endstra-tapes: een verslag van de heimelijke achterbankgesprekken die de in 2004 geliquideerde Endstra met de politie voerde over afpersing door Willem Holleeder. Volgens advocaat Janssen ‘kritiekloze gesprekken met een hoog ouwejongenskrentenbrood-gehalte’.
Het was in die periode dat het imago van Holleeder als ‘opdrachtgever van liquidaties’ een vlucht nam, bepleitte advocaat Sander Janssen deze week. Vanuit het criminele milieu kwamen steeds meer verklaringen waarin werd gezegd dat ‘het verhaal gaat dat Holleeder opdracht gaf tot liquidaties’. Uit de transcripties van politieverhoren zou bovendien blijken dat de Amsterdamse recherche een grote aversie had tegen Holleeder, in ondervragingen met getuigen zouden ze hebben aangestuurd op bevestiging van het beeld van ’topcrimineel’.
Is hier sprake van de kip of het ei? Natuurlijk werd er in het milieu gepraat over Holleeder na al die berichtgeving, stelt Janssen. Het was een zichzelf versterkend effect. ‘Het bleef rondzingen.’
Echte herinneringen of gefabriceerde gedachte?
De rechters die de komende maanden over Holleeder moeten oordelen, staan dan ook voor een lastige opgave, stelt Janssen. Want hoe weten zij of de getuigen echt iets uit eigen herinnering weten, of dat ze hun herinneringen – mogelijk onbewust – baseren op andere bronnen?
Zo claimt kroongetuige Peter la S. dat hij in 2005 Holleeder tegenkwam op het Amsterdamse Gelderlandplein. Toen zou Holleeder hebben gezegd: ‘Osdorp eerst.’ Dat zou hebben betekend dat Kees Houtman, die in Osdorp woonde, als eerste geliquideerd moest worden. Hierover heeft La S. in 2007 verklaringen afgelegd.
Nu, 12 jaar later, is het volgens Janssen onmogelijk om La S. nog zinvol te verhoren over deze voor Holleeder zeer belastende uitspraak. Het is niet meer te achterhalen of La S. zijn herinneringen baseert op iets wat hij écht zelf heeft meegemaakt of dat hij deze ontmoeting heeft geconstrueerd op basis van de berichtgeving en dossierstukken, stelt de advocaat. Ook bij andere getuigenissen zet Janssen vraagtekens. Zo vindt hij het opvallend dat delen van de verklaringen van Astrid Holleeder gelijkenissen vertonen met passages uit De Endstra-tapes.
Kun je getuigen met een posttraumatische stressstoornis geloven?
Mondelinge verklaringen vormen de ruggengraat van de aanklacht tegen Willem Holleeder. En dus moet je die extra kritisch bekijken, vindt de verdediging. Spelen er nog andere belangen mee? Kroongetuigen Fred R. en Peter la S. hadden financiële motieven om belastend te verklaren, stellen de advocaten. Dat zou ook gelden voor de zussen Holleeder, die met leugens ‘verhulden’ voor hun broer Willem, voor de familie Van Hout en voor de Belastingdienst dat ze zelf van dat ‘verdomde’ Heineken-losgeld hebben geprofiteerd. En, vervolgde advocaat Janssen, ook getuige Sandra den Hartog kampte ten tijden van haar verklaring met een ‘zwaard van Damocles boven haar hoofd’.
Deze ex-vriendin van Holleeder was jarenlang verdachte in een omvangrijk witwasonderzoek dat, ‘heel opvallend’, was afgerond in dezelfde periode waarin Den Hartog besloot belastend te gaan verklaren. Sindsdien, stelt Janssen, ligt het onderzoek al 4,5 jaar in een ‘diepe la’. Als het OM ooit besluit om dit Fiod-onderzoek uit die la te halen, dreigt een flinke ontnemingsvordering en mogelijk een gevangenisstraf voor Den Hartog. Uit dit drieduizend pagina’s tellende dossier zou blijken dat Den Hartog een ‘geharde’ vrouw is die in staat is ‘glashard te liegen’.
De advocaten willen de vrouwelijke getuigen niet onbetrouwbaar noemen. Maar normale getuigen zijn het ook niet, stelt Janssen. ‘Heel voorzichtig’ poneerde hij de stelling dat Astrid Holleeder aan posttraumatische stressstoornis (ptss) lijdt – ‘ze heeft kenmerken als woedeaanvallen, nachtmerries, angst- en hechtingsstoornissen en een gekleurde visie op de werkelijkheid’. Omdat ze daardoor zou hebben bedacht dat haar broer levensgevaarlijk is, moet die in haar visie levenslang worden opgesloten en vertelt ze leugens om dat te bereiken. Transcripties van de opnames van gesprekken met haar broer moeten volgens advocaat Malewicz worden genuanceerd of gecorrigeerd.
Kortom, zo hielden Holleeders advocaten de rechtbank voor: je kunt niet zomaar alles wat de zussen en Den Hartog zeggen voor waar aannemen.
Deed het OM niet gewoon aan cherrypicking 2.0?
Want, zo stellen de advocaten, er zijn op basis van het ongekend dikke dossier ook tal van andere scenario’s te destilleren. De advocaten verwijten de aanklagers dan ook dat ze zich schuldig hebben gemaakt aan ‘cherrypicking 2.0’. Ze zouden alleen het bewijs hebben gebruikt dat past bij hun beeld over de verdachte. Ontlastend bewijs bleef volgens de verdediging onbenoemd.
Zo verklaarden sommige getuigen tegenstrijdig, of wijzen ze juist naar andere mogelijke daders. De periode waarin de reeks moorden is gepleegd, was een roerige. Ook andere criminelen hadden een motief om iemand om te brengen, aldus advocaat Janssen. Zo stak Cor van Hout in 2002 volgens hem ‘zijn hoofd in het wespennest van Stanley Hillis’. Enkele maanden later was hij dood. ‘Hij tekende daarmee zijn doodvonnis.’ Kees Houtman (geliquideerd in 2005) had bonje wegens een verdwenen partij drugs en zou Turkse vijanden hebben gemaakt. En Thomas van der Bijl was op het moment van zijn dood verwikkeld in de zogenoemde Artemis-zaak, waarin 40 duizend kilo hasj in beslag werd genomen. Twee weken nadat Van der Bijl in die zaak was gearresteerd, werd hij vrijgelaten. Dat moet ‘heel gek’ geweest zijn voor de andere criminelen uit het Artemis-onderzoek, stelt Janssen. Het deed vermoeden dat Van der Bijl heimelijk met justitie praatte. Een week later werd hij geliquideerd in zijn café. En ja, kort voor zijn dood heeft hij belastende verklaringen over Holleeder afgelegd.
Is uit te sluiten dat de drugsbende wraak nam op Van der Bijl voor de verdwenen hasj?, vraagt Janssen zich af. Wat hem betreft is het antwoord ‘nee’. ‘We zullen hier nooit meer echt de vinger achter krijgen.’
Is Willem Holleeder een wagonnetje of de locomotief?
Maakte Willem Holleeder deel uit van de criminele organisatie waarvan diverse leden in het liquidatieproces Passage zijn veroordeeld? ‘Ik zal niet zeggen dat dit niet zo is’, betoogde Janssen vrijdag. Maar: ‘Willem Holleeder was een bekende Nederlander. Als een bekende Nederlander echt een heel grote boef is, willen criminelen niet met zo’n man gezien worden. De echte top van een criminele organisatie wil juist zover mogelijk uit de schijnwerpers blijven.’ Dus heeft de échte top Holleeder gebruikt als bliksemafleider, stelt Janssen, iemand die wél in de schijnwerpers staat, ‘en dan maar hopen dat iedereen gelooft dat hij werkelijk de godfather is’.
Elsbeth Stoker, Wil Thijssen, Volkskrant 16 maart 2019