Hoe verloopt een strafproces?
Kom je als verdachte voor de rechter in een strafzaak? Is er aangifte tegen je gedaan? In dit artikel lees je in 10 stappen hoe een strafproces verloopt en wat je kan doen om na de uitspraak in hoger beroep te gaan.
Een strafzaak begint met een opsporingsonderzoek
Een strafzaak begint meestal bij de politie. De recherche komt op het spoor van een strafbaar feit, of iemand doet aangifte. Onder leiding van een officier van justitie (OvJ) start vervolgens een opsporingsonderzoek. De politie verricht tactisch en forensisch onderzoek op de plaats delict, verzamelt bewijs, hoort getuigen en gaat op zoek naar de verdachte. De politie verzamelt alle bevindingen in een proces-verbaal. Dat gaat naar de OvJ. Hij of zij vertegenwoordigt het Openbaar Ministerie (OM) en bekijkt of alle feiten duidelijk zijn. Ook beoordeelt hij hoe sterk het bewijs is. Uiteindelijk neemt de OvJ de beslissing of de verdachte voor de rechter komt.
Het vooronderzoek
De officier van justitie (OvJ) heeft de leiding over het opsporingsonderzoek. Dit onderzoek maakt deel uit van het vooronderzoek. In het vooronderzoek is soms ook een rol weggelegd voor de rechter-commissaris (RC). Deze bijzondere rechter bewaakt de voortgang van het vooronderzoek en houdt in de gaten of het onderzoek volledig en evenwichtig is. De RC kan zélf, of op verzoek van de OvJ of jouw advocaat, onderzoek doen.
Hoe verloopt een strafproces: de dagvaarding
De OvJ beslist óf en wanneer jouw zaak voor de rechter komt. Als dat het geval is, ontvang je van het OM een dagvaarding op het adres waar je staat ingeschreven of op dat moment verblijft (thuis, op het politiebureau of in het huis van bewaring). Dit heet de betekening van de dagvaarding. Degene die de dagvaarding in ontvangst neemt, tekent daarvoor.
De dagvaarding beschrijft in juridische bewoordingen voor welk strafbaar feit de OvJ jou vervolgt. Je leest daar ook de belangrijkste feiten rond jouw zaak:
- Datum, tijd en plaats van de behandeling op zitting door de rechter
- Het parketnummer en/of zaaknummer
- De namen van eventuele getuigen
- Vordering tot schadevergoeding van eventuele slachtoffers
- Achterop de dagvaarding staat informatie over de rechten waarvan je gebruik kunt maken, zoals het recht op rechtsbijstand
In dit stappenplan gaan we uit van zwaardere strafzaken met een strafeis van meer dan twaalf maanden gevangenisstraf. Dat soort zaken worden behandeld door drie rechters. We noemen dit de meervoudige kamer.
Je hebt recht op inzage in je dossier
Een verdachte heeft recht op inzage in het dossier. Je kunt dit dossier inzien bij de griffie van de rechtbank. Dat is de administratieve afdeling van een gerecht. Je mag kopieën maken, je kunt deze ook opgestuurd krijgen. Als je een advocaat hebt ingeschakeld, heeft ook jouw raadsman of -vrouw recht op inzage en kopieën.
De pro-formazitting
De eerste zitting in zwaardere strafzaken is meestal een pro-formazitting. Dat is een zitting waarin de zaak nog niet inhoudelijk behandeld wordt. Een pro-formazitting kan gebruikt worden als regiezitting. Daarin wordt bekeken welke onderzoekswensen er nog zijn bij het OM en bij jou of jouw advocaat. Wanneer je in voorlopige hechtenis zit, wordt telkens binnen een termijn van 90 dagen opnieuw de stand van zaken besproken en bekeken of je moet blijven vastzitten. De rechter kan jouw voorlopige hechtenis in bepaalde omstandigheden beëindigen of schorsen.
Je bent niet verplicht om naar de zitting te komen. Kom je wél, dan kun je de vragen van de rechter beantwoorden en krijg je de gelegenheid om een mondelinge toelichting te geven. Kom je niet, dan kun je de verdediging aan jouw advocaat overlaten. Hiervoor moet je jouw advocaat wél machtigen.
De inhoudelijke voorbereiding van de zitting
Nadat de rechter heeft vastgesteld dat alle regels tijdens het vooronderzoek goed zijn nageleefd en besloten is dat hij de zaak mag behandelen, zal hij 4 vragen moeten beantwoorden:
1. Is het ‘wettig en overtuigend’ bewezen dat jij het feit gepleegd hebt?
Deze vraag beantwoordt de rechter aan de hand van wettige bewijsmiddelen (de aangifte, getuigenverklaringen, deskundigenverklaringen en beeldmateriaal dat de rechter zelf heeft gezien) en zijn eigen overtuiging. De rechter moet op grond van de bewijsmiddelen ervan overtuigd zijn dat jij het feit hebt begaan. Is de rechter hiervan niet overtuigd, dan wordt je vrijgesproken.
2. Is het feit strafbaar?
Als het feit bewezen is, zal de rechtbank moeten nagaan of het ook strafbaar is. Alle strafbare feiten zijn vastgelegd in de wet. Alleen als de hele omschrijving van het strafbare feit in de aanklacht (tenlastelegging) is overgenomen, is er sprake van een strafbaar feit. In bijzondere omstandigheden kan het begrijpelijk zijn dat je je niet strikt aan de wet hebt gehouden. Het feit is dan niet strafbaar.
3. Ben jij strafbaar?
Je bent géén strafbare dader als het plegen van de daad jou niet is aan te rekenen. Misschien kon je er niets aan doen dat je gehandeld hebt zoals je deed. In bijzondere omstandigheden kan het begrijpelijk zijn dat je je niet strikt aan de wet hebt gehouden. Je bent dan níet strafbaar.
4. Welke straf krijg je opgelegd?
Als de rechter heeft vastgesteld dat je het strafbare feit hebt begaan en daarvoor strafbaar bent, zal de rechtbank bepalen of je een straf en/of maatregel krijgt opgelegd.
Hoe verloopt een strafproces: het verloop van de zitting
De inhoudelijke behandeling verloopt als volgt:
- De bode roept jouw naam en zaaknummer, iedereen neemt plaats in de zittingszaal.
- De rechter controleert jouw persoonsgegevens en geeft een korte uitleg over je rechten tijdens de zitting, zoals het recht om niet te antwoorden op vragen die worden gesteld.
- De OvJ leest de tenlastelegging. Hierin staat waarvan het OM je verdenkt.
- Dan volgt het onderzoek door de rechter. Dat bestaat uit:
- vragen van de rechter(s) aan jou als verdachte
- het horen van getuigen/deskundigen
- de behandeling van de stukken
- Dan volgt de behandeling van een eventuele vordering voor een schadevergoeding van een benadeelde partij (slachtoffer). De benadeelde mag ook een mondelinge toelichting geven.
- In sommige gevallen mag een slachtoffer spreekrecht uitoefenen. Het slachtoffer kan dan – los van een verzoek tot schadevergoeding – toelichten welke gevolgen het strafbare feit voor hem/haar heeft gehad.
- Dan volgt de behandeling van de persoonlijke omstandigheden van jou als verdachte.
- De OvJ geeft zijn standpunt over de zaak (requisitoir) en zegt welke straf het OM eist.
- Daarna houdt jouw advocaat (óf jijzelf) een pleidooi. Dit is jouw verdediging.
- De OvJ mag ingaan op het pleidooi. Dit wordt de repliek genoemd.
- Vervolgens mag jij (óf jouw advocaat) reageren op wat de OvJ heeft gezegd. Dit heet dupliek. Je mag als verdachte geen vragen stellen aan de OvJ. Wel mag je het aangeven als iets niet duidelijk is.
- Als verdachte krijg je het laatste woord.
Daarna sluit de rechter het onderzoek af en geeft aan wanneer de uitspraak – uiterlijk na 2 weken – zal worden gedaan.
De uitspraak
We gaan hier opnieuw uit van zwaardere strafzaken met een strafeis van meer dan twaalf maanden gevangenisstraf. De meervoudige kamer kan je onder meer:
- Vrijspreken.
-
Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van meer dan een jaar en/of TBS en plaatsing in een inrichting opleggen.
- Ontslaan van alle rechtsvervolging. Dit betekent dat je niet veroordeeld kunt worden, hoewel het strafbare feit wel bewezen is. Je hebt bijvoorbeeld gehandeld uit zelfverdediging of er is een andere bijzondere omstandigheid waardoor je niet strafbaar bent voor wat je hebt gedaan.
Hoger beroep
Je hebt na de uitspraak 14 dagen de tijd om in hoger beroep te gaan, net als het OM. Een hogere rechter behandelt jouw zaak dan opnieuw.
- Als je in hoger beroep gaat, ontvang je van de advocaat-generaal een dagvaarding om op de zitting in hoger beroep te verschijnen. In de dagvaarding staan de datum en locatie. Datzelfde gebeurt als ook de OvJ in hoger beroep gaat.
- Als de OvJ als enige in hoger beroep gaat, moet het Openbaar Ministerie je dat laten weten. Dat noemen ze aanzeggen. Op die manier heb jij alsnog de kans om ook in hoger beroep te gaan. Ook als de OvJ als enige in beroep gaat, ontvang je van de advocaat-generaal een dagvaarding met de daarin de datum en locatie van de zitting in hoger beroep.
- Je kunt totdat de zaak door de bode op de gang uitgeroepen is, jouw hoger beroep intrekken.
De doorlooptijd van een hoger beroep in een strafzaak kan verschillen. Het streven is dat de rechtbank het dossier van jouw strafzaak uiterlijk 3 maanden na het indienen van het hoger beroep doorgestuurd heeft naar het hof. Zaken van minderjarige verdachten en gedetineerde verdachten krijgen voorrang. Nadat jouw zaak tijdens de zitting in hoger beroep is behandeld doet het hof binnen 2 weken uitspraak.
In de naamgeving zijn er een paar verschillen tussen de rechtbank en het gerechtshof. Bij het hof heten de rechters raadsheren. Het OM wordt daar vertegenwoordigd door een advocaat-generaal, niet door een OvJ.
De zitting in hoger beroep
De zitting in hoger beroep is voor een groot deel vergelijkbaar met de zitting bij de meervoudige kamer. Het grootste verschil is dat de voorzitter je zal vragen waaróm je in hoger beroep bent gegaan. Jouw zaak kan geheel opnieuw worden behandeld, tenzij je aangeeft dat het je alleen maar gaat om de hoogte van de opgelegde straf, omdat je de strafbare feiten bekent.
Wanneer je niet verschijnt, niet reageert op de dagvaarding en ook niet je advocaat machtigt, kan het hof jouw zaak buiten jouw aanwezigheid behandelen. Dat noemen ze bij verstek. Je kunt wel een brief schrijven om je mening aan het hof te laten weten. Het hof kan je alsnog verplichten om te verschijnen.
De uitspraak van het gerechtshof
Het gerechtshof doet in principe binnen 2 weken na de zitting een uitspraak. Dat noemen ze arrest. Soms doet het hof direct uitspraak. Je krijgt de uitspraak thuisgestuurd. Als je een advocaat hebt ingeschakeld, ontvangt deze de uitspraak ook.
NB: Ook wanneer jij als enige in hoger beroep bent gegaan, kán het gerechtshof een hogere straf opleggen dan de rechtbank in eerste aanleg.
In cassatie
Wanneer je het niet eens bent met de uitspraak van het gerechtshof kun je in cassatie gaan bij de Hoge Raad der Nederlanden. Je doet dan een verzoek aan de Hoge Raad om de uitspraak van het gerechtshof te vernietigen. De Hoge Raad doet de zaak inhoudelijk níet over, maar toetst of het recht en de procesregels goed zijn uitgelegd en toegepast.